= staart.
Vijfde stadium in de ontwikkeling van een zuigworm uit de klasse van de ➛Trematoda. Meervoud cercariae.
= als een gordel.
Lintwormen
Klasse uit de stam van de platwormen of ➛Platyhelminthes. Platte, lintvormige wormen, vele tientallen tot honderden malen langer dan breed, die ➛parasitair leven in de darmen van gewervelde dieren, waaronder vissen, waar voedsel en zuurstof door ➛diffusie worden opgenomen via de dunne huid. Een eigen darm ontbreekt om die reden. Het lichaam begint met een verdikte kop met zuiggroeven of een krans van haken om zich aan de darmwand vast te houden. Daaruit groeien bij de meeste soorten lichaamssegmenten (proglottiden) met zowel vrouwelijke als mannelijke geslachtsorganen en kunnen zichzelf bevruchten. De oudste segmenten aan het einde van het lichaam groeien na bevruchting uit tot eipakketten en kunnen worden afgestoten.
Buiten de ➛gastheer doorlopen de larven, die in het eerste stadium van trilharen zijn voorzien, een ingewikkelde levenscyclus via verschillende gastheren tot volwassen dier. Vissen vormen daarbij veelal de rol van tussengastheer, grotere vissoorten kunnen de eindgastheer zijn. Besmetting bij vissen vindt meestal plaats door het eten van kleine kreeftachtigen als ➛Diaptomus, of ➛Tubifex, die een tussengastheer kunnen zijn.
Lintwormen komen in het aquarium weinig voor en zijn niet dodelijk. Bij stekelbaarzen komen soorten van het geslacht Schistocephalus wat vaker voor. Lintwormen floreren met de gastheer mee: gaat het deze meer of minder goed, dan ook de worm. Wel kan een vis een lusteloze indruk maken. In het aquarium is deze parasiet ook nauwelijks besmettelijk, wat is te danken aan de levenscyclus. De larven uit de door de besmette vis uitgescheiden eipakketten zoeken naar een eerste gastheer, die waarschijnlijk ontbreekt, wat het einde van de larve betekent.
Zonder een besmette vis af om deze te behandelen. Behandelen van een besmette vis kan met verschillende algemene middelen om wormen te bestrijden.
= afgeleid van Cetopsis.
Walvismeervallen
Familie van Zuid-Amerikaanse meervallen met een langwerpig, rolrond lichaam uit de orde van de ➛Siluriformes.
Deze vissen variëren in grootte tussen ongeveer 7 tot 26 cm. De kop is klein en stomp met een eindstandige bek en zeer kleine ogen, die met een huidflap zijn bedekt. ➛Baarddraden op de bovenlip ontbreken. De rugvin is zeer klein, in tegenstelling tot de zeer lange aarsvin, die ongeveer de helft van de lichaamslengte heeft. De staartvin is gevorkt met afgeronde, brede staartlobben. Een ➛vetvin ontbreekt meestal. De zwemblaas is klein en met een beenkapsel omhuld. Slechts enkele dieren zijn voor het aquarium geschikt en komen voor in de geslachten Cetopsis, Denticetopsis en ➛Helogenes.