Kieuwzakmeervallen
Familie van meervallen uit de orde van de ➛Siluriformes, afkomstig uit zuidoost Europa, Azië en vooral Afrika. Zoals de naam aangeeft beschikken deze vissen over een aanvullende vorm van ademhalen. Deze ➛accessoire ademhaling bestaat uit twee aan de derde en vierde kieuwboog verbonden zakken die bij veel soorten aanwezig is, met daarin een sterk vertakte en voor de zuurstofopname goed doorbloede, koraalachtige structuur. Dit stelt ze in staat zuurstof uit atmosferische lucht op te nemen door geregeld naar het wateroppervlak te gaan om de lucht in het orgaan te verversen. Daar komt voor sommige soorten bij dat daarmee korte stukken over land kunnen worden afgelegd om ander water te bereiken. Bij de andere soorten bevinden de kieuwen zélf zich in dergelijke zakken. Deze zakken ligt langs de ruggengraat in de lichaamsholte.

Zeer langwerpige, nachtelijk levende vissen met een torpedo- tot palingachtig lichaam. De kop is verticaal wat afgeplat, daarachter steeds meer horizontaal. De brede bek is eindstandig, met daaromheen tot vier paar lange ➛baarddraden, die vrijwel altijd naar voren zijn gericht. De kleine ogen staan aan weerszijden van de kop. Rug- en aarsvin zijn lang. De staartvin is afgerond.
Voor het aquarium belangwekkende geslachten zijn Channalabes, ➛Clarias, Dinotopterus, Gymnallabes, Tanganikallabes.
Familie van Afrikaanse meervallen uit de orde van de ➛Siluriformes, voorheen een onderfamilie van de ➛Bagridae. Vervolgens zijn daarvan de ➛Auchenoglanididae weer tot een zelfstandige familie gemaakt.
Variabele groep dieren van uiteenlopend formaat en vorm. In het algemeen zijn ze langwerpig met een brede van boven afgeplatte kop met een eindstandige bek. Daar omheen staan vier paar baarddraden. Naar de staart toe is het lichaam toenemend zijdelings afgeplat. De voorste vinstraal van rug-, borst- en buikvinnen zijn stevig. Die rugvin staat even voor het midden. Ook een vrij grote vetvin ontbreekt niet.
Een enkele keer worden in de verkoop dieren aangeboden. Deze komen uit de geslachten Amarginops, Chrysichthys, Clarotes, Lophiobagrus en Phyllonemus.