Didíplis

Monotypisch geslacht van ➛moerasplanten uit de familie van de ➛Lythraceae. Lang bekend geweest onder de geslachtsnaam Peplis, is de enige soort D. diandra een oudgediende in de hobby.

diándra

Amerikaanse waterpostelein

Inheems rond de oostelijk grens tussen Mexico en de VS, in ondiep water aan oevers van meren en vijvers, altijd met weinig stroming.

Lichtgroene plant met opgaande stelen en lijnvormige, kruiswijs tegenoverstaande bladeren. De internodiën zijn kort en de blaadjes staan vrijwel horizontaal, waardoor de plant haar karakteristieke trappetjes krijgt. In de bladoksels zijn geregeld bloemetjes van 2 mm te zien als de plant in goede doen is.

Hoogte tot 35 cm, breedte tot 5 cm.

Een goed houdbare, maar breekbare plant die enkele eisen stelt. Voldoende licht is er één, en met meer licht neemt ook het ijzer- en sporenelementengebruik toe. De plant zal vervolgens naar rood kleuren aan de toppen. Bleke planten duiden op een ijzertekort. Lichttekort resulteert doorgaans in kale stammen aan de onderkant. CO₂ doet de plant ook veel goed en versnelt de groei. Gevoelig voor chemicaliën.

Met het afnemen van zijtakken kan de plant worden vermeerderd. Oude stammen lopen doorgaans moeilijk weer uit en kunnen beter worden verwijderd.

Geschikt voor aquaria vanaf 10 liter.

Temperatuur: 10 tot 30° C

pH: 6-7   dH: 4-30   fH: 7-53   ppm: 70-500   KH: 2-10

Diepslakken