Girardiníchthys

Klein geslacht van tandkarpers met 4 soorten uit de familie van de ➛Goodeidae.

Kleine tandkarpers met een langwerpig en zijdelings weinig afgeplat lichaam. Romp kloek aandoend, met een vrij lange en rechte staartwortel. Kop betrekkelijk klein, met een krachtige, kleine bek. Rug- en aarsvin sterk afgerond, min of meer spiegelbeeldig, ver achterwaarts staand. De staartvin is rond waaiervormig.

Alhoewel de vissen zelf niet bijzonder moeilijk zijn te houden en ook voor beginners geen probleem vormen, is vanwege hun agressie naar andere soorten toch een speciaalaquarium nodig. Aquarium bij voorkeur breed en ondiep; 25 cm waterhoogte volstaat. Zorg voor plaatselijk dichte begroeiing, van waaruit de dieren graag hun omgeving in de gaten houden.

Wat betreft voedsel is een gelijkmatige mix van zowel dierlijk als plantaardig van belang.

De kweek is niet bijzonder moeilijk en vereist geen speciale waterbereiding. Zolang het water warm is wordt er gejongd. Breng om die reden 's winters de temperatuur omlaag (tot 10° is geen probleem) voor een ➛rustperiode.

Zie ook de beschrijving bij de familie. Het voor enkele soorten nog steeds in gebruik zijnde Lermichthys is een synoniem. Deze veelal bedreigde vissen worden in de handel zelden aangeboden en zijn bijna uitsluitend via kwekers(verenigingen) te verkrijgen.

multiradiátus

Endemisch in de staten Mexico en Michoacán, en omringende staten in Mexico, in het stroomgebied van de Rio Lerma, voornamelijk in allerlei ondiep water met beperkte stroming, tot op bijna 3 kilometer hoogte (Zempoala meer).

Lichaam volgens de geslachtsbeschrijving. Zilverachtig grauwwit, met een gele tint over vooral het achterste deel van het lichaam. Dit loopt door over het achterste deel van de rug- en de gehele staart- en aarsvin. Alle drie zijn, samen met de buikvinnen, bij mannen met een brede zwarte zoom afgezet. Flanken met tot 7 onvolledige dwarsbanden. Deze zijn bij vrouwen duidelijker.

Lengte ♀ tot 5 cm, ♂ tot 35 mm.

Verzorging, gedrag en kweek als bij de familie aangegeven. Gevoelig voor ziekte bij langdurig te hoge temperaturen. Onder 18° stopt het produceren van jongen. Ook op warme zomerdagen stopt de productie.

Geschikt voor aquaria vanaf 100 liter.

Temperatuur: 10 tot 22° C

pH: 6-9   dH: 8-18   fH: 14-32   ppm: 130-300

Een bedreigde soort. Eerder geplaatst onder de geslachten Characodon en Lermichthys.

Kopen: nee.

gladicáuda

➛Dicróssus