GrondelsGryllidae

Grondels

Gobiidae

Grondzalmen

Crenuchidae

Groot blaasjeskruid

Utricularia vulgaris

Groot nimfkruid

Najas marina

gróotii

= naar Nederlands natuurvorser De Groot van Embden.

Pristolépis

Grootkopmeervallen

Chacidae

Grote biesvaren

Isoetes lacustris

Grote diepslak

Bithynia tentaculata

Grote kroosvaren

Azolla filiculoides

Grote poelslak

Lymnaea stagnalis

Grote posthoornslak

Planorbarius corneus

Grote spinnende watertor

Hydrophilus piceus

Grote vlotvaren

Salvinia molesta

Grote watervlo

Daphnia magna

Grýllidae

= afgeleid van Gryllus.

Krekels

Familie van ➛insecten uit de orde van de rechtvleugeligen of Orthoptera. Krekels komen wereldwijd voor, met name in de tropen. Gedrongen en stevig gebouwde insecten met de drie lichaamsdelen zodanig dicht op elkaar dat deze één geheel lijken. Krekels zijn overwegend bodemdieren die leven van planten en resten daarvan.

Krekels vormen een zeer voedingsrijk ➛dierlijk voer voor grotere en roofzuchtige vissen, als alternatief op hun lastig te realiseren natuurlijke dieet van levende vis. Belangrijk is wel dat deze vissen van het wateroppervlak af eten. Voor een aantal vissen is dat een brug te ver, vaak soorten die nabij de bodem leven.

Gryllidae
De huiskrekel Acheta domesticus, vrouw met legboor.

Krekels worden in de handel vooral aangeboden als voedsel voor vogels, reptielen en ➛amfibieën en worden op grote schaal commercieel gekweekt. Zelf kweken kan dan ook goed. De huiskrekel Acheta domesticus uit noordelijk Afrika is het bekendst, deze wordt tot 25 mm groot en is bij kamertemperatuur goed te kweken. Een hogere temperatuur tot 30° versnelt wel de vermeerdering. Hiervoor kan bijvoorbeeld een ➛verwarmingsmat worden gebruikt. De voedingswaarde ervan is hoog, het eiwitgehalte ligt rond de 18%. Ook andere krekels zijn geschikt.

Voor het opzetten van een kweek is een groep kweekdieren nodig. Dit kan lastig zijn, soms bevinden zich tussen gekochte huiskrekels parasitaire sluipwespen, hebben ze een erfelijke afwijking en sterven op weg naar volwassenheid, of sterven massaal aan een dodelijk virus. Enig geluk bij de aankoop van een dergelijke startgroep is daarom onvermijdelijk.

Het opzetten van een kweek kan met een plastic box met een goed afsluitbaar deksel. Reken ongeveer 2 krekels per liter. Voor ventilatie kan deze worden voorzien van een groot gat, afgedicht met metaalgaas, kunststof kan worden doorgeknaagd. Vul de box met eierkartonnen, lege toiletrollen of iets vergelijkbaars. Doe dit verticaal, zodat uitwerpselen op de bodem vallen. Houdt daarbij voldoende ruimte voor een water-, voeder- en kweekbak. Op die manier hebben de krekels schuilgelegenheid, het zijn lichtschuwe nachtdieren. Haal wekelijks het ergste vuil weg, doe maandelijks een grondiger schoonmaakbeurt. Een tweede box vereenvoudigt het reinigen door de inhoud simpelweg daarin over te zetten. Lijm het klimbouwsel eventueel als een geheel aan elkaar. Laat bovenop wel een los element staan, deze kan dan steeds worden gebruikt om krekels te oogsten.

Om de voedingswaarde van de krekels op een hoog peil te brengen, zullen ze zelf goed en gevarieerd gevoerd moeten worden. Een voordeel is dat krekels weinig kieskeurige alleseters zijn, voeren kan daarom met allerlei ➛plantaardig voer(resten) in combinatie met vruchten en zaden. Ook paardenbloemen worden gewaardeerd. Ook droogvoer voor knaagdieren wordt gegeten. Krekels hebben vrij veel vocht nodig. Voorzie het waterbakje echter van een passende spons, krekels verdrinken gemakkelijk.

Voor het kweken wordt vaak een laag potgrond van ten minste 7 cm genoemd, maar een bak met daarin een blok oasis om planten in te steken voldoet ook goed en gaat minder snel schimmelen. Wel is het zaak deze vochtig te houden. Vrouwelijke krekels brengen hierin met hun legboor eitjes.

Enkele nadelen aan een kweek: deze nachtactieve dieren beginnen bij schemering te sjirpen, iets wat niet iedereen waardeert. Ontsnapte krekels kunnen ook lastig zijn, vooral als ook de buren hun aandeel krijgen. Dat is bij de watervlugge krekels bijna niet te voorkomen.