HydrocharisHydrocharis morsus-ranae

Hydrócharis

= waterschoonheid.

Klein geslacht van waterplanten met 6 soorten uit de familie van de ➛Hydrocharitaceae.

Echte waterplanten met een wereldwijde verspreiding over Eurazië, de Amerika's en enkele plaatsen in Afrika. In Nederland komt alleen de soort H. morsus-ranae (kikkerbeet) voor. Alle soorten zijn in rozetten groeiende ➛drijfplanten, die vooral op stilstaand water of water met een lichte stroming voorkomen. Bladeren hart- tot eivormig met een vrijwel glad oppervlak en een gladde bladrand, vaak sponsachtig verdikt. Bestuiving zowel door insecten als door de wind. Van oorsprong met name in veengebieden, maar door cultivering ook in vele vijvers en aquaria. In 2018 is het geslacht Limnobium toegevoegd.

laevigáta

Byng & Christenhusz 2018

Zuid-Amerikaanse kikkerbeet

Inheems in grote delen van Midden- en Zuid-Amerika. Daarbuiten op meerdere plaatsen geïntroduceerd.

Hydrocharis laevigata
Zuid-Amerikaanse kikkerbeet.

Groei volgens de geslachtsbeschrijving. Eivormige bladeren, heldergroen, tot 4 cm lang en iets minder breed. Stelen nabij het blad met een platte bovenkant. Windbestuiver.

Hoogte tot 15 cm, breedte tot 10 cm.

Weinig eisende, sterke plant die veel watersamenstellingen en temperaturen verdraagt. Kan met vrij weinig tot zeer veel licht toe.

De plant vormt geregeld uitlopers die weer als zelfstandige plant verder kunnen.

Geschikt voor aquaria vanaf 30 liter.

Temperatuur: 15 tot 35° C

pH: 5-9   dH: 0-18   fH: 0-32   ppm: 0-300

Lang bekend geweest onder verschillende geslachtsnamen, vooral Limnobium, zowel als de soort laevigatum, spongia als stoloniferum.

mórsus-ránae

Linneaus 1753

Kikkerbeet, duitblad, geld op 't water

Inheems op het noordelijk halfrond, van Noord-Amerika en West-Europa tot in Midden-Azië. In Nederland algemeen langs oevers in laagveengebied met stilstaand water met weinig voeding. Daarbuiten vrij tot zeer zeldzaam, ook in België.

Bladeren hartvormig, zonder punt, tot vier cm breed, met even lange stelen in een rozet staand. Frisgroen van kleur, door de roodbruine onderzijde soms ook neigend naar olijfgroen. Sommige wortels zullen proberen de bodem te bereiken, andere blijven kort en maken een afgebeten indruk (naam!). Oudere wortels maken vele dunne haarwortels aan kort onder het rozet. Bloemen drietallig, wit met geel hart, kroonbladen rond. Insectenbestuiver.

Hoogte tot 25 cm, breedte tot 40 cm.

De houdbaarheid in het aquarium is redelijk, de plant vraagt veel licht. Zelf neemt het licht weg, maar door de stelen niet bijzonder veel, tot het wateroppervlak vol ligt en ze over elkaar groeien. Doorgaans grijpt de liefhebber ruim voordien in. Gevoelig voor slakkenvraat. In de herfst loopt de plant terug om ➛turionen te maken. Overwinteren daarvan kan in koel water.

Vermeerderen kan door uitlopers van de ouderplant los te halen.

Geschikt voor aquaria vanaf 30 liter.

Temperatuur: 10 tot 26° C

pH: 6-7   dH: 8-12   fH: 14-21   ppm: 130-200