Klein geslacht van karpers met 8 soorten uit de familie van de ➛Nemacheilidae.
Langwerpige, in doorsnee vrijwel ronde vissen uit oostelijk Azië. Rug- en buiklijn lopen min of meer parallel. Kop afgerond met een onderstandige bek waar omheen vier paar baarddraden staan: één op de snuit, twee aan de bovenlip en één achter de bek op de onderlip. Vinnen afgerond en meestal kleurloos.
Bewoners van schaduwrijk, ondiep water met overhangende begroeiing en een stenige of modderige bodem. Stroming is gering. Richt het aquarium in met een dergelijke opzet, met fijn, afgerond grind en veel rolkeien en stukken hout. Een dichte beplanting en ➛drijfplanten kunnen al te felle verlichting temperen. Bij voorkeur houden in een groepje van zeker zes dieren. Vermijd al te robuust en onrustig gezelschap.
Weinig kieskeurig met voedsel, allerlei klein levend en diepvriesvoer gaat goed, droogvoer in tabletvorm eveneens. Verder worden organische resten op de bodem en detritus gegeten.
Geen van de soorten is tot dusver nagekweekt.

Inheems in het noordoosten van China, Mongolië, oostelijk Rusland, beide Korea's en Japan.
Vorm als vermeld bij het geslacht. Aangegeven lengte is een maximum, 5 tot 6 cm is meer gangbaar. Kleur bruingeel, afgezet met vele bruine stipjes, dit is sterker op de rug. . Mannen met een donkere streep van de snuit tot halverwege staartvin, deze ontbreekt bij vrouwen of is vaag aanwezig. Stipjes grover.
Lengte tot 10 cm.
Verzorging en gedrag als beschreven bij het geslacht.
Geschikt voor aquaria vanaf 100 liter.
Temperatuur: 15 tot 24° C
pH: 6-8 dH: 0-12 fH: 0-21 ppm: 0-200
Kopen: ok.