OphthalmolebiasBereik van paginaOphthalmolebias constanciae

Ophthalmolébias

= lebias met (grote) ogen.

Klein geslacht van tandkarpers met 6 soorten uit de familie van de ➛Rivulidae.

Na een revisie uit het geslacht ➛Simpsonichthys voortgekomen groep ➛killivissen uit Zuid-Amerika.

Kleine eierleggende tandkarpers met een langwerpig ovaal lichaam, zijdelings samengedrukt, maar met een vrij brede kop en bek. Deze laatste is bovenstandig.

Vergeleken met de soorten uit het geslacht ➛Cynolebias eenvoudiger te houden en erg productief, maar nog steeds geen beginnersvissen. Enkele soorten worden met uitsterven bedreigd door habitatvernietiging, of zijn dat al.

Bodemleggers die per ei een duik in de bodem ondernemen. Zie onder het eerder genoemde Cynolebias en de familiebeschrijving voor meer gedetailleerde informatie hierover.

Moeilijkheid 2 (0-3)

bokermánni

Carvalho & Da Cruz 1987

Afkomstig uit de Rio Cachoeira in de staat Bahia in het uiterste oosten van Brazilië.

Ophthalmolebias bokermanni
Ophthalmolebias bokermanni. © ➛F. Vermeulen

Kleur roodbruinig grijs, met daarover soms moeilijk zichtbare ongeveer 12 à 13 smalle blauwig zilveren dwarsstrepen. Soms ook op de rug een regelmatig patroon van fijne stipjes in dezelfde kleur. Vinnen bleek tot duidelijk roodbruin, met blauwwit zilveren stippen (staart) of strepen (rugvin), soms ook oranjeachtig. Aarsvin minder opvallend getekend, soms sterk bruinig rood gekleurd. Vrouwen onopvallend met transparante vinnen. Dwarsstrepen hierdoor vaak beter zichtbaar.

Geschikt voor aquaria vanaf 30 liter.

Temperatuur: 22 tot 26° C

pH: 6-8   dH: 0-12   fH: 0-21   ppm: 0-200

Een ernstig bedreigde soort. Beter alleen nakweek kopen.

Moeilijkheid 2 (0-3)

constánciae

Myers 1942

Endemisch in het stroomgebied van de Rio São João ten westen van Rio de Janeiro, Brazilië.

Ophthalmolebias constanciae
Ophthalmolebias constanciae. © ➛F. Vermeulen

Jonge dieren licht goudbruin, naar de buik groenig zilverwit, met op de flanken rijen donkerbruine stippen. Deze staan echter niet altijd keurig in het gelid. Volwassen mannen met donkerbruine rug en licht groenig zilverwitte flanken. Vinnen aan de basis eveneens met deze stippen, met name de rugvin.

Lengte tot 6 cm.

Mannen zijn vreedzaam onderling en naar andere soorten, een uitzondering onder de killivissen. Daardoor met meer in een vrij klein aquarium te houden.

Geschikt voor aquaria vanaf 30 liter.

Temperatuur: 22 tot 27° C

pH: 6-8   dH: 0-12   fH: 0-21   ppm: 0-200

Een ernstig bedreigde, mogelijk uitgestorven, maar goed kweekbare soort.

Margevuller