ParancistrusParancistrus aurantiacus

Parancístrus

= verwant aan Ancistrus.

Klein geslacht van meervallen met 2 soorten uit de familie van de ➛Loricariidae.

Gedrongen langwerpige bodemvissen met een zeer brede kop. Geheel in de lijn met de familie is er een onderstandige zuigmond, en is de huid vrijwel geheel van specifiek gerangschikte ➛beenplaten voorzien. De zuigmond heeft aan weerszijden een spitse taster. Kenmerkend voor het geslacht is de smalle naakte strook rond de rugvin, voorzien van plooien, gecombineerd met de grote kieuwopening. Die laatste houdt mogelijk verband met een laag zuurstofgehalte. Richting de staart steeds wordt het lichaam snel smaller. Vinnen groot, de vetvin uitgezonderd. Deze is met een vlies aan de rugvin verbonden. Borst- en buikvinnen staan in het horizontale vlak op buiklijnhoogte. Mannen zijn te herkennen aan de borstelachtige ➛odontoden onder het oog en op de voorste borstvinstraal. Overigens zijn op de hele huid vele kleine odontoden te vinden.Dit geslacht is nauw verwant aan ➛Spectracanthicus.

De vissen zijn in staat te verkleuren van oranje- of bruinachtig geel naar een bruinig donkergrijze tint, en terug, afhankelijk van de omgeving. De dieren lijken dit zelf te kunnen bepalen. Dit proces kost meerder dagen, reden waarom dieren halverwege beide kleuren kunnen vertonen.

Vreedzame dieren, zolang er voldoende ruimte is, anders kan onderling onenigheid ontstaan. Bij voorkeur houden in een kleine groep, al kunnen dieren ook als solitair worden gehouden. Stroming wordt gewaardeerd, al wordt vooral de luwte opgezocht. Goede ➛filtering en een geregelde waterwissel zijn eveneens van belang.

Voornamelijk algeneters, waarbij ook alle dierenleven tussen het periphyton wordt meegenomen. Bied behalve ➛plantaardig daarom ook een vergelijkbaar aandeel ➛dierlijk voedsel aan.

Holenbroeders die een gering aantal vrij grote, kwetsbare eieren (rond 5 mm) afzetten, welke na ongeveer een week uitkomen. Jongen zwemmen na drie dagen rond. Voeren kan met al wat groter ➛jongbroedvoer, zoals fijngesneden gekookte groenten of een gekneusd slablad. Zet de temperatuur op het maximum van het aangegeven bereik. Het grootbrengen is niet moeilijk.

aurantiácus

Castelnau 1855

Inheems in de Rio Ucayali in Peru, maar ook in de benedenloop van de Rio Xingu en Tocantins. Daartussen is de vis nog niet waargenomen.

Parancistrus aurantiacus
Parancistrus aurantiacus. © ➛H. Haagensen

Zie de geslachtsbeschrijving voor lichaamsvorm en kleur. De goudgele kleur is waarnaar de naam verwijst.

Lengte tot 20 cm.

Verzorging, gedrag en kweek als bij het geslacht aangegeven. De kweek is niet bijzonder moeilijk.

Geschikt voor aquaria vanaf 300 liter.

Temperatuur: 22 tot 30° C

pH: 6-8   dH: 0-12   fH: 0-21   ppm: 0-200

De soort is zo goed als bedreigd. Koop alleen nakweekdieren.