PhoxinusPhrymaceae

Phóxinus

= naar een Griekse naam.

Geslacht van karpers met ten minste 30 soorten uit de familie van de ➛Leuciscidae.

Kleine scholenvissen uit Noord-Europa en Azië. In Europa komen twee soorten voor.

Langwerpige vissen met een gestroomlijnd lichaam, de meestal transparante vinnen vrij ver achterwaarts staand. De kop met laag geplaatste, eindstandige bek is tamelijk stomp. Staartwortel lang en smal.

phóxinus

Linnaeus 1758

Elrits

Inheems in rivieren langs de Noordzeekust, vanaf de Rijn tot in Normandië, ook aan de Britse kant. Landinwaarts tot in kleine snelstromende en zuurstofrijke, ondiepe beken, maar ook in meren en bredere rivieren.

Phoxinus phoxinus
De elrits. © ➛R. Vesters

Aangegeven lengte wordt niet vaak bereikt, 9 cm is meer gebruikelijk. Vorm als bij de geslachtsvermelding. Kleur gelig beige met 13 tot 15 bronskleurige dwarsstrepen. Buik crèmewit. Hoog over het midden een niet altijd zichtbare, donkere lengtestreep, daarboven een smallere in oranjegeel tot geelwit. Tijdens de paai kleuren bij mannen de kruispunten tussen de onderste lengtestreep en de dwarsbanden veel donkerder, en ontstaan er, zoals bij veel karperachtigen, witte knobbeltjes op de snuit. Keel en buik kleuren rozerood

Lengte ♀ tot 11 cm, ♂ tot 13 cm.

De elrits is wettelijk beschermd en mag niet in de vijver of in aquaria worden gehouden. Wereldwijd lijkt het echter goed te gaan met deze soort. Uit het verleden is bekend dat deze vissen goed houdbaar zijn, mist de temperatuur niet te ver oploopt en het water zuurstofrijk wordt gehouden.

Eieren worden boven een bodem van grof grind afgezet, jongen schuilen na uitkomen vrij diep in de holtes daartussen. Zodra de dooierzak is verbruikt komen ze tevoorschijn op zoek naar een plek met weinig stroming.

Geschikt voor aquaria vanaf 180 liter.

Temperatuur: 10 tot 24° C

pH: 6-8   dH: 8-30   fH: 14-53   ppm: 130-500

Phrymáceae

= afgeleid van Phryma.

Familie van tweezaadlobbigen in de orde van de ➛Lamiales. De verspreiding is vrijwel wereldwijd, met name in Australië en westelijk Noord-Amerika. Kruidachtige planten of kleine struiken uit woestijn- en berggebied, maar ook vochtminnende planten die vooral langs rivieroevers voorkomen. Enkele daarvan zijn geschikt voor het aquarium en vallen onder de geslachten ➛Glossostigma en ➛Microcarpaea.