Monotypisch geslacht van cichliden uit de familie van de ➛Cichlidae. A. pucallpaensis is zeer klein en de enige soort, afkomstig uit de Rio Ucayali en zijrivieren daarvan in Peru, Zuid-Amerika. Het hoge aantal harde vinstralen in de rugvin onderscheid deze vis van ➛Apistogramma.

Langwerpig ovaal lichaam, zijdelings afgeplat. Kop enigszins toegespitst, met een kleine, eindstandige bek. De ongepaarde vinnen zijn hoog, de rugvin is, als gebruikelijk bij cichliden, lang. Bovendien is deze, evenals de rugvin, verdeeld in een hard- en weekstralig deel. Mannen kleurrijker en met lange punten aan rug-, aars- en buikvinnen. ➛Wildvangdieren blijven wat kleiner, de vinpunten korter.

Beige tot honingkleurig, met op elke schub een bruine, verticale streep, resulterend in een honingraatpatroon. Mannen daarbij ook ijsblauwe accenten per schub, en een blauwe waas over de flank. Over de rug een patroon van bruine blokken. Midden over de lengte een smalle zwartbruine streep, die eindigt op een smalle dwarse streep op de staartwortel. Over het oog een vergelijkbare gebogen lijn. Rug- en staartvin blauw, overige vinnen geel. Oog oranjerood, lippen blauw. Vrouwen missen veel van de blauwe accenten, wel rond de kop. Vinnen vrijwel transparant. Jonge dieren zijn moeilijk op geslacht te onderscheiden.
Lengte ♀ tot 5 cm, ♂ tot 6 cm.
Vreedzame dieren, onderling soms wat onenigheid, maar zonder risico's. Paarsgewijs te houden, dieren blijven trouw aan elkaar. Groepsgewijs is echter goed mogelijk, maar vraagt meer ruimte. Deze vissen schuilen graag in dichte beplanting, ook ➛drijfplanten of -bladeren zijn welkom. Gevoelig voor een hoog ➛nitraatgehalte.
Kweken is goed mogelijk, zet de temperatuur wat hoger. Tot 80 eieren worden in een hol afgezet. Jongen zijn vanaf vrij zwemmen te voeren met Artemia-naupliën of jongbroedvoer van vergelijkbare grootte. Jongen groeien snel.
Geschikt voor aquaria vanaf 100 liter.
Temperatuur: 23 tot 32° C
pH: 5-7 dH: 0-8 fH: 0-14 ppm: 0-130
Wildvangdieren dragen vaak zwarte vlekken op lijf en vinnen. Mogelijk zijn dit lichamelijke reacties op parasitaire ➛infecties. Dit is ongevaarlijk en heeft geen negatief effect op levensduur of kweekresultaten.
Kopen: ok.
Familie van eierleggende tandkarpers uit de orde van de ➛Cyprinodontiformes, te vinden in Azië en op Madagaskar en de Seychellen, Afrika.
Enigszins roofzuchtige, snoekachtige ➛killivissen met een langgerekt en slank lichaam, met een verticaal samengedrukte kop met brede bek en een horizontaal samengedrukt achterlijf. De ruglijn is vrijwel vlak en de rug- en buikvinnen staan ver naar achteren, wat duidt op een voorkeur voor leven nabij het wateroppervlak.
De familienaam staat onder druk, maar is sterk ingeburgerd bij aquariumliefhebbers. Een wijziging in de bestaande systematiek is echter te verwachten.
Voor het aquarium geschikte soorten komen voor in beide geslachten ➛Aplocheilus en ➛Pachypanchax.