DambordcichlideDanio rerio

Dambordcichlide

Nannacara anomala

dáncena

= naar de lokale naam.

Orýzias

Dánio

= van dhani, Bengaals voor 'uit het rijstveld'.

Geslacht van karpers met ten minste 25 soorten uit de familie van de ➛Danionidae.

Slanke, langgerekte en levendige scholenvissen met een vrijwel rond lichaam. Deze waren voorheen onder het geslacht Brachydanio ondergebracht. De grotere soorten met twee ➛baarddraden zijn tegelijkertijd onder ➛Devario geplaatst.

De vissen hebben vier volledige of rudimentaire baarddraden en een onvolledige of ontbrekende ➛zijlijn die onder het midden van het lichaam loopt. De kleine bek is bovenstandig, wat past bij hun leven nabij het oppervlak. De anaalvin is van iets van een streep voorzien en de lengtestrepen lopen door tot op de staart

Onder de danio's zijn veel populaire aquariumvissen te vinden. Het is van belang de vissen in niet te kleine aquaria te houden in school van zeker acht dieren. Snelle zwemmers, die voor wat schuwere soorten te opdringerig kunnen zijn. Dekking van boven in de vorm van drijfplanten of -bladeren wordt gewaardeerd, maar is niet strikt noodzakelijk. Enige stroming lijkt gunstig, maar hoeft zeker niet sterk te zijn. De dieren eten zowel ➛droog- als ➛levend voer, vooral muggenlarven en kleine kreeftachtigen.

De kweek verloopt grotendeels als vermeld bij de Cyprinidae. Zet meerdere mannen bij een vrouw. De paring vindt vaak plaats bij ochtendzonlicht.

aesculápii

Kullander & Fang 2009

Endemisch in het Rakhinegebied in westelijk Myanmar, waar de dieren leven in traag stromend, helder water dat zich verzamelt in bekkens in de rivier.

Danio aesculapii
Danio aesculapii. © ➛F. Ingemann Hansen

Uiterlijk als vermeld bij het geslacht. Blauw gekleurde vissen met een groengele, ogenschijnlijk dubbele zigzagtekening over de lengte. Buik wit. De staartvin is transparant warmgeel getint. Mannen zijn intenser van kleur en kleiner.

Lengte ♀ tot 30 mm, ♂ tot 25 mm.

Verzorging en gedrag als bij het geslacht beschreven. Minder stromingsbehoeftig dan andere soorten.

Kweek als beschreven bij het geslacht.

Geschikt voor aquaria vanaf 60 liter.

Temperatuur: 22 tot 27° C

pH: 7-8   dH: 0-8   fH: 0-14   ppm: 0-130

Een zeer kwetsbare soort als gevolg van vooral overbevissing. In de handel is vooral nakweek te koop.

Kopen: ok.

rério

Hamilton 1822

Zebrabarbeel

Inheems in het noordoosten van India, in rustiger water dan hun gedrag doet vermoeden. Vaak stilstaand of traag stromend water, weg van de sterke stroming, liefst met overhangende vegetatie.

Zilverachtige ondergrond, soms bij mannen goudkleurig, met daarover helder- tot donkerblauwe glanzende lengtestrepen vanaf de kieuwdeksel tot in de staart. Op de aarsvin komt het staartpatroon ook terug. Vrouwen zijn voller van bouw, mannen feller gekleurd, met name de vinnen.

Danio rerio
Een zebrabarbeel koppel. © ➛P. Maguire

Lengte tot 5 cm.

Zeer levendige scholenvissen die voortdurend om elkaar heen zwemmen, voornamelijk aan het wateroppervlak. Stelt weinig eisen. Zie verder de geslachtsbeschrijving.

Kweken is erg eenvoudig. Houdt daarbij de temperatuur aan de hoge kant.

Geschikt voor aquaria vanaf 60 liter.

Temperatuur: 18 tot 25° C

pH: 6-8   dH: 4-30   fH: 7-53   ppm: 70-500

Kopen: ok.