EnteromiusEnteromius candens

Enterómius

= met een gespierde buik.

Zeer uitgebreid geslacht van karpers met ruim 200 soorten uit de familie van de ➛Cyprinidae.

Vele soorten uit het geslacht ➛Barbus vallen nu onder dit soortenrijke geslacht. Onderscheidend kenmerk is dat ze alle uit Afrika komen. Deze verdeling staat echter nog steeds ter discussie.

Kleine tot middelgrote vissen die veel gelijkenis vertonen met andere Cyprinidae, zoals ➛Boraras, ➛Rasbora en ➛Puntius. Evenals bij deze is het lichaam spoelvormig met een wat vollere voorkant en vrij langgerekt. De vinnen staan vrij ver naar achteren en zijn meestal kleurloos. De kop is vrij klein, evenals de bek, die eind- of iets onderstandig is en voorzien van één of twee paar baarddraden.

Houdt deze vissen het liefst in een schooltje van minimaal acht exemplaren. Deze vragen meer zwemruimte dan hun grootte doet vermoeden, in verband met de onderlinge pikorde. Houdt daar in het aquarium ook rekening mee, maar ook voor beschutting door middel van planten. Al te fel licht liefst vermijden, of dempen met drijfplanten of -bladeren.

Deze vissen leven hoofdzakelijk van ➛dierlijk voedsel, als muggenlarven, insecten en kleine kreeftachtigen, zowel levend, ingevroren als in droogvoervorm. Enkele soorten eten ook graag plantaardig voer.

Kweken gaat vergelijkbaar als met andere Cyprinidae, maar kan lastiger zijn.

áblabes

Bleeker 1863

Wijd verspreide soort in West- en Centraal Afrika, van Guinee tot het Congobekken in Congo-Kinshasa, voornamelijk in beschaduwde rivieren in kustgebied.

Enteromius ablabes
Enteromius ablabes. © ➛G. Walsh

Vorm volgens de geslachtsbeschrijving. Zilverwit lichaam met een geel- tot roodbruinachtige kleur. Van de bovenlip, over het oog, tot op de staartwortel een krachtige, smalle zwarte lengtestreep. Bovenkant oog rood. Vinnen kleurloos, rug-, staart- en aarsvin aan de punten transparant oranjerood.

Lengte ♀ tot 11 cm, ♂ tot 9,5 cm.

Verzorging en gedrag als vermeld bij het geslacht. Geen kweekgegevens bekend.

Geschikt voor aquaria vanaf 500 liter.

Temperatuur: 22 tot 26° C

pH: 5-8   dH: 0-12   fH: 0-21   ppm: 0-200

Lang bekend als Barbus en Puntius ablabes, en Barbus spurrelli.

Kopen: ok.

cándens

Nichols & Griscom 1917

Afkomstig uit het noordelijke stroomgebied van de Congo rivier, in ondiep en langzaam stromend water, veel schaduw en veel bladafval dat het water bruin kleurt met tannines. Hierdoor wordt het zacht en zuur.

Uiterlijk als vermeld bij het geslacht. Grondkleur zalmwit met drie in de lengte onregelmatig verdeelde zwarte vlekken, iets groter dan het oog. Neus zwart. Mannen met zwart gezoomde rug- en aarsvin, vrouwen voller van bouw.

Lengte tot 35 mm.

Verzorging en gedrag grotendeels als beschreven bij het geslacht. Minder geschikt voor andersoortig gezelschap, vooral drukke of agressieve soorten. Zorg voor zeer zacht water en gedempt licht. Eventueel de bodem van ➛herfstbladeren voorzien.

Kweek lastiger dan bij andere soorten, al kan de bij de familie vermelde beschrijving grotendeels worden gevolgd. Vul de half gevulde kweekbak dagelijks met koud water wat bij om de paring te stimuleren. Zodra deze, meestal de volgende dag, op gang komt, volgen er meerdere paringen. Zodra de eerste jongen na maximaal 12 dagen uitkomen en vrij beginnen te zwemmen is het zaak de ouders te verwijderen. Stop hier ook met water verversen en begin daar weer mee zodra alle jongen vrijzwemmen.

Geschikt voor aquaria vanaf 60 liter.

Temperatuur: 18 tot 24° C

pH: 5-7   dH: 0-8   fH: 0-14   ppm: 0-130

Kopen: ok.