EnteromiusEnteromius fasciolatus

Enterómius

= met een gespierde buik.

Aanzienlijk geslacht van karpers met ten minste 200 soorten uit de familie van de ➛Cyprinidae.

Vele soorten uit het geslacht ➛Barbus vallen nu onder dit soortenrijke geslacht. Onderscheidend kenmerk is dat ze alle uit Afrika komen.

Kleine tot middelgrote vissen die veel gelijkenis vertonen met andere Cyprinidae, zoals ➛Boraras, ➛Rasbora en ➛Puntius. Evenals bij deze is het lichaam spoelvormig met een wat vollere voorkant en vrij langgerekt. De vinnen staan vrij ver naar achteren en zijn meestal kleurloos. De kop is vrij klein, evenals de bek, die eind- of iets onderstandig is en voorzien van één of twee paar baarddraden.

Houdt deze vissen het liefst in een schooltje van minimaal acht exemplaren. Deze vragen meer zwemruimte dan hun grootte doet vermoeden. Houdt daar in het aquarium ook rekening mee, maar ook voor beschutting door middel van planten. Al te fel licht liefst vermijden, of dempen met drijfplanten of -bladeren.

Kweken gaat vergelijkbaar als met andere Cyprinidae.

cándens

Nichols & Griscom 1917

Afkomstig uit het noordelijke stroomgebied van de Congo rivier, in ondiep en langzaam stromend water, veel schaduw en veel bladafval dat het water bruin kleurt met tannines. Hierdoor wordt het zacht en zuur.

Uiterlijk als vermeld bij het geslacht. Grondkleur zalmwit met drie in de lengte onregelmatig verdeelde zwarte vlekken, iets groter dan het oog. Neus zwart. Mannen met zwart gezoomde rug- en aarsvin, vrouwen voller van bouw.

Lengte tot 35 mm.

Verzorging en gedrag grotendeels als beschreven bij het geslacht. Minder geschikt voor andersoortig gezelschap, vooral drukke of agressieve soorten. Zorg voor zeer zacht water en gedempt licht. Eventueel de bodem van ➛herfstbladeren voorzien.

Kweek lastiger dan bij andere soorten, al kan de bij de familie vermelde beschrijving grotendeels worden gevolgd. Vul de half gevulde kweekbak dagelijks met koud water wat bij om de paring te stimuleren. Zodra deze, meestal de volgende dag, op gang komt, volgen er meerdere paringen. Zodra de eerste jongen na maximaal 12 dagen uitkomen en vrij beginnen te zwemmen is het zaak de ouders te verwijderen. Stop hier ook met water verversen en begin daar weer mee zodra alle jongen vrijzwemmen.

Geschikt voor aquaria vanaf 60 liter.

Temperatuur: 18 tot 24° C

pH: 5-7   dH: 0-8   fH: 0-14   ppm: 0-130

Kopen: ok.

fasciolátus

Günther 1868

Streepbarbeel

Wijd verspreid over centraal zuidelijk Afrika, van zuidelijk Congo tot noordelijk Botswana. Weinig kritisch wat het biotoop aangaat, zolang het water beperkt stroomt en rijkelijk begroeid en zuurstofrijk is.

Enteromius fasciolatus
De streepbarbeel. © ➛P. Maguire

Vissen met een zeer slanke staart. Aan de licht onderstandige bek twee paar baarddraden. De kleur varieert tussen geelbruin tot koperkleurig. Daarover 10 tot 16 zeer smalle zwarte strepen met een donkerblauwe weerschijn. Deze halen zowel de rug als de buik niet, variëren in breedte en zijn zelden evenredig over de flank verdeeld. Vinnen gelig, naar de buitenrand meer als de lichaamskleur. De rugvin heeft een rode zoom even van de rand af. De staart is eveneens rood met transparante randen. Mannen wat kleiner, feller gekleurd en minder vol van bouw.

Lengte ♀ tot 6 cm, ♂ tot 5 cm.

Een eenvoudig te houden vissoort die echter wat schichtig kan reageren. Desondanks geschikt voor het gezelschapsaquarium, met niet te drukke of grote medebewoners.

Kweken is lastig, het zijn, als vele karpersoorten, ➛eierrovers. Zet meerdere koppels bij elkaar en voer afwisselend. Per afzetting worden tot 250 eieren gelegd die na maximaal 2 dagen uitkomen. De jongen zwemmen na 3 dagen en eten het fijnste jongbroedvoer.

Geschikt voor aquaria vanaf 100 liter.

Temperatuur: 20 tot 26° C

pH: 6-7   dH: 4-12   fH: 7-21   ppm: 70-200

Kopen: ok.