StagnicolaStagnicola palustris

Stagnícola

= bewoner van stilstaand water.

Geslacht van slakken met ruim 10 soorten uit de familie van de ➛Lymnaeidae.

Middelgrote zoetwaterslakken met een wereldwijde verspreiding. In Nederland en België zijn drie soorten algemeen, vooral langs de kust en rond de grote rivieren. Ze komen evenwel niet in ➛brak water voor. Deze drie zijn op het oog moeilijk te onderscheiden en lang voor één soort aangezien. Enkel op basis van de geslachtsorganen uit elkaar te houden. Huis ijshoornvormig, spits, maar de middelste windingen zijn relatief het breedst. Lichaam vrij breed, aan de achterzijde rond. Kop breed, lip met diepe inkeping in het midden. Tasters vrij kort, breed en driehoekig.

Bewoners van stilstaand water die zich voeden met ➛organisch afval, ➛detritus en ➛biofilm. Als longslakken halen ze geregeld lucht aan het oppervlak. Deze slakken zijn ➛hermafrodiet.

In aquaria weinig aangetroffen soorten, onbekend is of planten worden gegeten.

corvus

Gmelin 1791

Dikke poelslak

Inheems in Europa, maar ontbreekt in Scandinavië.

Huisvorm als beschreven bij het geslacht. Kleur donkerbruin tot bijna zwart (naam?). Evenals S. palustris van meerdere onopvallende kielen voorzien, die samen met de groeiribben soms vierkante vlakjes vormen. Lichaam eveneens bruinig zwart.

Temperatuur: 10 tot 30° C

pH: 6-8   dH: 8-30   fH: 14-53   ppm: 130-500

fúscus

Pfeiffer 1821

Bruine poelslak

Verspreiding niet geheel bekend, maar in ieder geval Europa en Azië, oostwaarts tot en met Siberië.

Huis volgens de geslachtsomschrijving, geheel bruin, soms plaatselijk roodbruin. Gladder dan S. palustris en corvus. De bij deze soorten maar net zichtbare kielen ontbreken bijna altijd. Laatste winding soms (veel) lichter van kleur. Lichaam geheel donker grijsbruin met gelig witte spikkels.

Temperatuur: 10 tot 30° C

pH: 6-8   dH: 8-30   fH: 14-53   ppm: 130-500

palústris

Müller 1774

Moeraspoelslak

Stagnicola palustris
Moeraspoelslak. © ➛D.J. Saaltink
Inheems in Europa, Azië en noordelijk Afrika, in stilstaand tot langzaam stromend water.

Huis als bij het geslacht beschreven, kastanje- tot vrij donkerbruin van kleur, met 6 wijde windingen die ondiep op elkaar aansluiten. Evenals S. corvus meerdere zeer subtiele kielen. Lichaam geheel zwartbruin met gelig witte spikkels.

Lengte tot 18 mm.

Temperatuur: 10 tot 30° C

pH: 6-8   dH: 8-30   fH: 14-53   ppm: 130-500