ValvataBereik van paginaValvata macrostoma

Válvata

= met een klep.

Geslacht van slakken met ruim 30 soorten uit de familie van de ➛Valvatidae.

Kleine slakken met een uitwendige ➛kieuw, die als een veer of pluim onder het huis uitsteekt. Het rechtsom gewonden, gladde huis oogt als een opgerolde buis en varieert van geheel plat tot een stompe hoorn. Een ➛operculum is aanwezig, waarnaar de geslachtsnaam verwijst. De voet is onder de snuit gespleten.

Valvata
Schelp van een platte pluimdrager. © H.F.P. Ehrmann

Deze slakken hebben een voorkeur voor water met weinig stroming en enige beplanting. De tolerantie tegen vervuild water is vrij hoog. Het voedsel bestaat uit ➛organisch afval zoals ➛detritus, en ➛biofilm.

De slakken zijn ➛hermafrodiet, maar kunnen zichzelf niet bevruchten, daarvoor is een soortgenoot nodig. De meeste soorten zijn eierleggend, maar ook eierlevendbarende komen voor.

Moeilijkheid 1 (0-3)

cristáta

Müller 1774

Platte pluimdrager

Inheems in de noordelijke helft van Europa, in Nederland en België algemeen.

Valvata cristata
Platte pluimdrager. © ➛D.J. Saaltink

Kleinste Europese soort. Huis geelwit tot lichtbruin, transparant en met 3 tot 3,5 windingen. De bovenkant van het huis is geheel vlak. Lichaam transparant blauwachtig bruin.

Lengte tot 4 mm.

De langwerpige eipakketten zijn met gemiddeld drie eieren op een rij klein, 15 eieren is uitzonderlijk. In het voorjaar is het aantal het hoogst.

Moeilijkheid 1 (0-3)

macróstoma

Mörch 1864

Fraaie pluimdrager

Inheems in de noordelijke helft van Europa. In België en Nederland zeer zeldzaam.

Valvata macrostoma
Schelp van de fraaie pluimdrager. © H.F.P. Ehrmann

Mat glanzend, grijs tot groenachtig lichtbruin huis, met 3 tot 3,5 windingen en een stompe punt.

Lengte tot 5 mm.

Gevoeliger voor watervervuiling dan de andere soorten.

Vroeger aangezien als V. pulchella, waaruit de Nederlandse naam is afgeleid.

Margevuller