Geslacht van cichliden met ruim 15 soorten uit de familie van de ➛Cichlidae.
Grote en agressieve cichliden uit Midden-Amerika, van zuidelijk Mexico tot Panama, die vooral zijn te vinden in laagland in meren, plassen en traag stromende, brede rivieren. Lichaam hoog ovaal, zijdelings afgeplat, met een lange rugvin met zowel weke achterste als harde voorste vinstralen. Ook de aarsvin kent deze voor de familie typische verdeling, maar is aanzienlijk korter. Beide zijn bij mannen meer puntig en vaak draadvormig verlengd. De staartvin is waaiervormig of afgerond driehoekig. De kop is vrij groot, met een steile voorhoofdslijn, grote, beweeglijke ogen en een normaal formaat eindstandige bek. Schubben vrij groot. Mannen zijn doorgaans forser en ontwikkelen een grotere voorhoofdbult. Gemiddeld worden de dieren tot zo'n 10 jaar oud.
Tot zeer agressieve dieren, die in het ergste geval vechten tot één van de dieren bezwijkt. Daarbij komen de verhalen van gebroken staafverwarmingsbuizen, het rammen van aquariumruiten en gebeten liefhebbers. Dat maakt de vissen minder populair. Daarentegen kunnen ze sterk aan hun verzorger wennen en zelfs speels gedrag vertonen. Een enkel paar houden in een ruim ➛speciaalaquarium met voldoende schuilgelegenheid is daarom de enige optie. Meerdere paren vraagt veel extra ruimte. Aanwezigheid van een groep van een voldoende grote andere soort kan de agressie doen verminderen. Het aquarium zelf en ook de planten en de bodem ondergaan geregeld een verbouwing, plaats eventuele planten daarom in potten, en veranker deze met stenen. Een alternatief is het gebruik van ➛hechtplanten. Gebruik van hout is daarvoor praktisch bij het inrichten en komt ook overeen met de herkomst. Gebruik, vanwege de graaflust, bij voorkeur niet te grof en afgerond grind. Goede filtering is van belang, maar waak voor al te sterke stroming. Ververs geregeld een deel van het water.
Weinig kieskeurige alleseters die zowel niet te fijn ➛dierlijk als ➛plantaardig voedsel verwerken. Ook een hap ➛detritus is gebruikelijk. Zorg voor afwisseling, teveel van hetzelfde valt niet goed bij deze vissen.
De vissen zijn kieskeurig in de partnerkeuze: een onwillige kweekpartner kan dit uiteindelijk met de dood bekopen. Om tot een goed kweekkoppel te komen is het aan te raden met een zestal jonge dieren - drie mannen en drie vrouwen - te starten, waaruit zo'n koppel kan ontstaan. Is deze eenmaal gevormd, dan is kweken van deze productieve ➛substraatbroeders geen probleem. Het koppel blijft trouw aan elkaar, al kan een vrouw soms onwillig zijn bij een volgende balts, wat haar in gevaar kan brengen. Verhogen van de temperatuur richting het maximum kan de kweek stimuleren. Eieren worden in honderdtallen op hout, steen of andere stevige voorwerpen afgezet, en komen na maximaal 5 dagen uit. Zodra de jongen vrij zwemmen kan met Artemia of ander jongbroedvoer van dat formaat worden gevoerd.
Inheems in Nicaragua en Costa Rica, in water met geringe stroming, zoals meren en plassen met een rotsachtige bodem. Ook worden deze vissen gevonden in de luwere delen van grote rivieren.
Vorm als bij de geslachtsbeschrijving. Kleur geheel oranje tot warmgeel, waarnaar de naam verwijst, maar ook variaties met 7 donkere dwarsbanden, een donkere rug, donkere vlekken in het midden of een combinatie hiervan komen voor. Ook de bek kan daarbij zwart zijn gekleurd. Mannen zijn forser gebouwd en vertonen een prominent aanwezige voorhoofdsbult. In het wild is dit een verschijnsel dat zich uitsluitend tijdens de balts voordoet, maar in aquaria zijn ze meestal permanent. Overigens vertoont ook de vrouw een bult, al is die minder fors. Bij vrouwen is de ➛genitaalpapil korter en afgerond.
Lengte tot 35 cm.
Verzorging, gedrag en kweek als beschreven bij het geslacht. Enkele honderden eieren worden afgezet en komen na uiterlijk 4 dagen uit, waarna de jongen naar een gegraven kuil worden gebracht. Na een kleine week zwemmen ze vrij.
Geschikt voor aquaria vanaf 800 liter.
Temperatuur: 20 tot 30° C
pH: 6-8 dH: 4-30 fH: 7-53 ppm: 70-500
Kopen: ok.