AustraloherosAustraloheros facetus

Australóheros

= zuidelijke Heros.

Geslacht van cichliden met ruim 15 soorten uit de familie van de ➛Cichlidae.

In 2006 in het leven geroepen geslacht met vier soorten uit het geslacht ➛Cichlasoma, alle van vóór dat jaar. Lange tijd werd aangenomen dat A. facetus een zeer variabele soort was, deze worden momenteel als afzonderlijk beschouwd, maar zekerheid daarover ontbreekt nog. Alle soorten zijn uit de zuidelijke helft van Zuid-Amerika afkomstig, vooral uit kleine rivieren en beken. Met de veel gebruikte naam 'Chanchito' worden zowel specifieke als alle soorten aangeduid.

Vissen met een hoog ovaal lichaam, zijdelings sterk samengedrukt. Kop enigszins spits, de eindstandige bek betrekkelijk klein. Ongepaarde vinnen zijn vrij groot, met name het weekstralig deel. Rug-, staart- en aarsvin sluiten vaak zodanig op elkaar aan dat ze soms een geheel lijken te vormen. De staartvin is rond tot afgerond driehoekig. Vrouwen zijn meestal herkenbaar aan de meer afgeronde rug- en aarsvinpunt. Ook is de vorm van de genitaalpapil ronder, bij mannen puntiger.

Alle soorten hebben een min of meer vergelijkbare tekening van meestal 9 à 10 donkere dwarsstrepen, en zijn daarom soms lastig van elkaar te onderscheiden. De voorste vier tot zes zijn bovenaan door een korte, grillige lichte band onderbroken, waarna nog enkele gave volgen. Een onduidelijke donkere lengtestreep draagt een vrijwel zwarte vlek op de kruising met de vierde dwarsstreep van achteren, soms zijn er meer.

Sterke vissen die weinig eisen stellen, maar wel sterk woelen en kleinere vissen op het menu hebben staan. Betrekkelijk rustige dieren, in de paartijd kan onderling echter vrij felle onenigheid ontstaan. Zorg voor voldoende schuilplaatsen, zacht water en een ververs dit geregeld. Ook is goede filtering aanbevolen.

Niet moeilijk met voedsel, naast ➛dierlijk is ook een belangrijk aandeel ➛plantaardig nodig. In de natuur vormen slakken een natuurlijke voedselbron.

De kweek van deze productieve ➛substraatleggers is doorgaans eenvoudig. Hiertoe wordt een platte steen schoongepoetst, waarna daarop meerdere honderden eieren worden gelegd. Beide ouders doen gedurende enkele weken aan ➛broedzorg. Eenmaal uitgekomen worden de jongen naar een nabij gegraven kuil verplaatst. Zodra de jongen vrij zwemmen kan met Artemia of vergelijkbaar formaat ➛jongbroedvoer worden gevoerd.

fácetus

Jenyns 1842

Afkomstig uit het stroomgebied van de Rio Paraguay in Paraguay en het aangrenzende Brazilië.

Australoheros facetus
Australoheros facetus. © H. Frey

Vorm en tekening als beschreven bij het geslacht. Mogelijk de grootste soort. De basiskleur varieert van grijs- tot geelbruin. Ogen bij mannen rood. Vinnen bij mannen niet altijd puntiger. Blijft in aquaria onder de 30 cm.

Lengte ♀ tot 60 cm, ♂ tot 70 cm.

Verzorging, gedrag en kweek als bij het geslacht aangegeven. Legsels tot 1000 eieren. Voor voor de kweek de temperatuur op naar het aangegeven maximum.

Geschikt voor aquaria vanaf 500 liter.

Temperatuur: 22 tot 28° C

pH: 6-7   dH: 4-12   fH: 7-21   ppm: 70-200

Mogelijk de eerste in aquaria gehouden cichlide. Deze eens zeer populaire vis is lang bekend geweest als Cichlasoma facetum.

Kopen: ok.