crispusCryptanthus

críspus

= gekroesd.

Aponogéton

Potamogéton

crísta

= kam.

Gyráulus

cristáta

= met een kam.

Azólla

crocódilus

= krokodil.

Indóstomus

cruciátus

= gekruist

Yunnánilus

Crustácea

= met een korst.

Kreeftachtigen, schaaldieren

Onderstam uit de stam van de geleedpotigen of ➛Arthropoda. De meeste kreeftachtigen leven in zeewater, een klein aantal leeft in brak en zoet water, zeer weinig permanent op land.

Kreeftachtigen moeten, net als spinnen, vervellen om te kunnen groeien: het uitwendige, harde chitinepantser groeit niet mee met de inhoud. Verloren ledematen kunnen daardoor in enkele vervellingen weer teruggroeien. Het oude pantser wordt meestal weer opgegeten, het bevat de bouwstoffen voor het nieuwe.

Kreeftachtigen hebben 5 tot 14 paar poten, waarvan er vaak enkele van grijpers zijn voorzien, die scharen worden genoemd. Deze kunnen, zoals bij sommige ➛kreeften en ➛krabben, zeer groot zijn.

Op enkele rovers na zijn de meeste kreeftachtigen aas- en afvaleters. Ook eten veel kleinere soorten (fyto)➛plankton. Kreeftachtigen vormen zelf een belangrijke bron van voedsel voor veel andere dieren. Goed voer voor vissen is te vinden in de superorde van de ➛Cladocera, de orde van de ➛Isopoda en in het geslacht ➛Cyclops.

Voor het aquarium interessante en goed te houden soorten zijn te vinden in de klasse van de hogere kreeftachtigen of ➛Malacostraca. Ook minder gewenste ➛parasitaire kreeftachtigen komen voor, zoals in de ➛Copepoda, maar ook onschuldiger plagen als de ➛Ostracoda.

Cryptanthus

= met verborgen bloemen.

In rozetten groeiende planten met getande randen langs de langwerpige, omgebogen bladeren, met daarop een tijgertekening, uit de familie van de Bromeliaceae. Zeer geschikt voor in een bloempot in de huiskamer, vanwege de goede verdraagzaamheid tegen droge lucht. In het aquarium echter geheel ➛ongeschikt.