Familie van mossen uit de orde van de ➛Hookeriales.
Tapijt vormende kleine planten met zowel kruipende, aan harde ondergrond gehechte stengels als opgaande, verder onvertakte stengels, voorzien van spiraalsgewijs staande blaadjes.
Het enige voor het aquarium belangwekkende geslacht is ➛Distichophyllum.
Klein geslacht van moerasplanten met 6 soorten uit de familie van de ➛Alismataceae.
Planten met lintvormige primaire bladeren en secundaire lancetvormige, langgesteelde bladeren. De laatste vormen drijfbladeren bij een lage waterstand, of steken er boven uit. De bloemen dragen drie ronde, witte of roze kroonbladeren, welke uiteindelijke typische, zespuntige stervruchten vormen. De verspreiding loopt van West-Europa via Zuid-Europa en Centraal-Azië tot in India, ook aanwezig in Australië. Eén soort is beperkt geschikt voor gebruik in aquaria.
Groot verspreidingsgebied maar erg versnipperd; de plant komt voor in Engeland en de meer subtropische delen van Europa en zuidwestelijk Azië tot in Kazachstan. Ontbreekt in België en Nederland.
Groeiwijze als vermeld bij het geslacht.
Hoogte tot 30 cm, breedte tot 30 cm.
In het tropisch aquarium een moeilijke plant vanwege de permanent hoge temperatuur. De plant is meer geschikt voor het ➛koudwateraquarium en de vijver.
Als alle rozetplanten maakt ook deze uitlopers die kunnen worden afgenomen zodra ze zijn geworteld.
Geschikt voor aquaria vanaf 60 liter.
Temperatuur: 18 tot 26° C
pH: 5-7 dH: 0-18 fH: 0-32 ppm: 0-300
De plant is in de handel vrijwel onverkrijgbaar, mogelijk in een tuincentrum.