Geleiachtige substantie, die ontstaat door in water opgeloste grote moleculen. Meestal geproduceerd door slijmvliezen, met als doel te beschermen tegen uitdroging en weren van schadelijke stoffen.
Het woord mucus wordt specifiek gebruikt om de voedingsrijke laag aan te duiden, die enkele geslachten van Amerikaanse cichliden door de huid afscheiden als eerste voedsel voor hun jongen. Bekende voorbeelden zijn ➛Symphysodon en ➛Uaru.
Onder muggenlarven worden witte, rode en zwarte verstaan. Dit zijn typische termen binnen de aquariumwereld, maar ondertussen worden ze ook daarbuiten al geregeld gebruikt.
Muggenlarven vormen een kwalitatief goed en meestal graag gegeten voer, voor vissen vanaf ongeveer vier cm grootte. Deze larven zijn, ondanks hun lengte van ongeveer een cm, toch maar één tot twee millimeter in doorsnede en passen daarmee ook door een relatief kleine vissenbek. Zie verder onder:
Harderachtigen
Monotypische orde van ➛scholenvissen uit de infraklasse van de ➛Teleostei, die enkel de familie van de Mugilidae bevat.
Voor aquariumhouders zijn deze vissen nauwelijks van belang, gezien de grootte van deze voornamelijk in zee levende dieren, en de noodzaak deze in een school te houden. Voor publieke aquaria zijn de vissen meer interessant.
Opvallende vissen met een zijdelings beperkt afgevlakt lichaam, langwerpig en voorzien van twee duidelijk gescheiden rugvinnen, de eerste hardstralig, de tweede met weke vinstralen. De eindstandige bek heeft een driehoekige puntlip. Een ➛zijlijn ontbreekt. Soorten leven voornamelijk in zee of in ➛brak water, vrijwel altijd in kustgebied, wereldwijd verspreid. Slechts enkele soorten komen in zoet water voor.
De huidige indeling van deze vissoorten staat onder druk, te vermoeden is een herindeling ervan.
Onder enkele visfamilies komt het verschijnsel muilbroeden voor. Dit is een vorm van zeer effectieve ➛broedzorg.
Eén van beide ouders neemt daartoe de zojuist bevruchte eieren in de bek, of de eieren worden in de bek bevrucht. Per geslacht verschilt het of één van beide of beide ouders het muilbroeden uitvoeren. Het betreft enkele ➛meervallen en ➛labyrintvissen, maar vooral onder ➛cichliden komt het veel voor.
Muilbroedende vissen leggen over het algemeen minder eieren dan de vrijleggende soorten, dit zal vooral te maken hebben met de door deze broedzorg grotere kans op overleving. Soms zoeken de zelfs al redelijk zelfstandig ogende jongen de veilige bek van de ouders nog op.