parnassifoliaBereik van paginaParodontidae

parnassifólia

= met bladeren als van Parnassia.

Caldésia

Parodon

= met gelijke tanden.

Geslacht van karperzalmen met meer dan 10 soorten uit de familie van de ➛Characidae.

Minder bekende karperzalmen uit Zuid-Amerika, waar de soorten voorkomen van Colombia en Venezuela tot de Rio de La Plata in het zuiden van Brazilië, in de regel de bovenlopen van rivieren met veel ➛stroming en een stenige bodem.

Langwerpige bodemvissen, dus met een nagenoeg rechte buiklijn en een meer gewelfde rug. Lichaam zijdelings maar weinig samengedrukt. Kop vrij klein, met een onderstandige, iets achterwaarts staande bek, geschikt voor het schrapen van ➛algen. De vissen doen denken aan barbelen, enkel de vetvin verraad hun oorsprong. Vinnen kleurloos transparant, borst- en buikvinnen bevinden zich in het horizontale vlak op de buiklijn. Staartvin ondiep ingesneden. Vrouwen zijn wat voller van postuur.

Vreedzame scholenvissen uit snel stromende beken, enige stroming is daarom wel het minste. Houdt de dieren in een groepje van ten minste zes dieren. Neem een bodem van fijn, afgerond grind, een natuurlijke inrichting is daarbij voorzien van rolkeien in diverse formaten. Planten komen in dergelijke beken nauwelijks voor, afgezien van algen. ➛Hechtplanten zijn echter mogelijk, zoals mossen en varens. Veelal geschikt voor een ➛gezelschapsaquarium met andere stroming waarderende soorten. Hun levendigheid kan wel een intimiderend effect op schuwere soorten hebben.

Voedsel bestaat vooral uit algen in de vorm van ➛aufwuchs, waartussen ook altijd wat van ➛dierlijke oorsprong tussen is te vinden, geef behalve ➛plantaardig voedsel daarom ook dáár wat van.

Geen van de soorten is tot dusver nagekweekt in aquaria, waarschijnlijk door het geringe aanbod en bekendheid.

Moeilijkheid 1 (0-3)

apolinari

Myers 1930

Afkomstig uit de Rio Orinoco in Colombia en Venezuela.

Parodon apolinari
Parodon apolinari in het wild. © ➛I. Mikolji

Kleur bruinig tot groenig geel met rond de 15 smalle, weinig intense zwartbruine dwarsstrepen. Schubben op de rug met een donkerder vlek, met een blokpatroon tot gevolg. Vinnen gelig transparant.

Lengte tot 11 cm.

Verzorging en gedrag als bij het geslacht beschreven, maar zoekt de stroming minder op dan de slankere verwanten.

Geschikt voor aquaria vanaf 180 liter.

Temperatuur: 20 tot 26° C

pH: 6-8   dH: 8-18   fH: 14-32   ppm: 130-300

Kopen: ok.

Parodóntidae

= afgeleid van Parodon.

Rotszalmen

Kleine familie van bodemvissen uit de orde van de ➛Characiformes, afkomstig uit bergbeken in oostelijk Panama en Zuid-Amerika.

Onopvallend gekleurde vissen met een langwerpig lichaam, aangepast aan het leven in snel stromend water, die meer doen denken aan ➛modderkruipers en ➛bermpjes en nauwelijks aan karperzalmen. Ook de plaatsing van de doorgaans transparante vinnen draagt daaraan bij. De vissen zijn alle toegerust met karakteristieke, driehoekige tanden waarmee aufwuchs van stenen kan worden geschraapt. Toch een herkenningspunt is de immer aanwezige ➛vetvin.

Geslachten hieronder zijn lang onder de familie ➛Hemiodontidae geschaard. Voor het aquarium zijn dat ➛Apareiodon, ➛Parodon en ➛Saccodon.

Margevuller