PoaceaePoecilia dominicensis

Poáceae

= afgeleid van Poa.

Grassen

Familie van eenzaadlobbige windbestuivers uit de orde van de ➛Poales, ook bekend onder de naam Gramineae. Grassen zijn smalle planten en dragen meer of minder lange, lintvormige bladeren met parallelle nerven, soms vlak, anders (deels) opgerold, die dicht langs de stengel bij een knoop staan. De basis is vaak voorzien van een tongetje, het deel daaronder omvat de stengel, die vrijwel altijd hol is tussen de knopen. De bloemen staan in een pluim of aar aan het stengeluiteinde.

Voor aquaria zijn slechts enkele grassen beperkt geschikt, deze vallen binnen de geslachten ➛Glyceria en ➛Hygroryza.

Poáles

= afgeleid van Poa.

Grasachtigen

Orde uit de klasse van de ➛Spermatopsida. Kleine kruidachtige en eenzaadlobbige planten. Merendeels windbestuivers met bloemen in aren of pluimen. De bladeren zijn doorgaans smal en lang en door een schutblad omvat.

Families met geschikte aquariumplanten zijn de ➛Cyperaceae, ➛Eriocaulaceae, ➛Juncaceae, ➛Mayacaceae en ➛Poaceae.

Poecília

= kleurrijk.

Geslacht van tandkarpers met ruim 40 soorten uit de familie van de ➛Poeciliidae.

Levendbarende tandkarpers waarvan enkele soorten tot de bekendste aquariumvissen horen. Alle soorten komen voor in Noord- of Zuid- Amerika, in zowel zoet, brak als zout water, en enkele zijn in staat zich aan het zoutgehalte aan te passen.

Lichaam als beschreven bij de familie, echter met een klein ➛gonopodium.

Levendige vissen die zeer eenvoudig zijn te houden. Vrijwel alle uitgesproken beginnersvissen. Verdragen een breed bereik aan waterwaarden en nemen genoegen met alle soorten voer, mits niet te groot, maar profiteren zonder meer ook van goede kwaliteit levend voer. Algen staan ook op het menu, en kunnen met deze vissen enigszins onder controle worden gehouden. Een dichte beplanting wordt op prijs gesteld.

Kweken is zeer eenvoudig en lukt onder bijna alle omstandigheden. Mannen proberen bij voortduring de aandacht van de vrouwen te krijgen en een paring, waarbij de man het gonopodium zijwaarts draait om de vrouw te bevruchten, is al snel een feit.

Soorten uit het geslacht Limia vallen nu hieronder in het gelijknamige ondergeslacht.

dominicénsis

Valenciennes 1846

Endemisch uit de Dominicaanse republiek en van Haïti.

Lichaamsvorm gestrekt, als beschreven bij het geslacht. Grondkleur zwartbruin, naar de rug toe goudgeel. De zwarte schubranden vormen een nettekening. Op de middelste rij is dit sterker aangezet en resulteert in een lengtestreep. Vinnen kleurloos, de rugvin uitgezonderd. Deze is helder oranje met een dunne zwarte zoom of heeft aan de basis een oranje en zwarte vlek. Soms is ook de staartvin oranje aan de basis.

Poecilia dominicensis
Poecilia dominicensis

Lengte ♀ tot 5 cm, ♂ tot 30 mm.

Verzorging en gedrag als vermeld bij het geslacht en familie.

Kweken verloopt als bij het geslacht beschreven. De dracht duurt tot 25 dagen. De tot 40 jongen zijn tot vijf mm groot en eten direkt het gebruikelijke levend en diepvriesvoer, zij het fijner. Vermijd droogvoer om sterfte onder jongen te beperken. De ouders staan bekend om het eten van de eigen jongen en kunnen daarom beter na het werpen apart worden gezet.

Geschikt voor aquaria vanaf 60 liter.

Temperatuur: 24 tot 28° C

pH: 7-8   dH: 8-30   fH: 14-53   ppm: 130-500

Ondergeslacht Limia.