SaxatiliaSaxifragales

Saxatília

= afgeleid van de typesoort saxatilis.

Geslacht van cichliden met ruim 20 soorten uit de familie van de ➛Cichlidae.

Snoekvormige roofvissen uit Zuid-Amerika. In 2023 in het leven geroepen na het opsplitsen van het voorheen grote geslacht ➛Crenicichla, waarmee de dieren sterk verwant zijn. Zeer slanke dieren met een nauwelijks afgeplat lichaam. Kop spits, met diep ingesneden bek. Uiterlijk onderscheidend van de andere groepen zijn de typerende schoudervlek - rond, ovaal of dubbel, diep zwart met lichtblauwe of goudkleurige vlekjes - in combinatie met een achterwaarts gerichte streep onder het oog, soms een driehoek. Rugvin lang, veel langer dan de aarsvin, beide verdeeld in een hard- en weekstralig deel. De staartvin is rond waaiervormig.

Als typische roofvissen enkel geschikt voor een speciaal- of biotoopaquarium. Kleine vissen eindigen mogelijk als prooi en zijn bij voorkeur half hun lengte. Deze hinderlaagjagers wachten, hangend tussen de planten, hun prooi af. Een goede beplanting strekt daarom tot aanbeveling. Dek het aquarium voor deze prima springers goed af.

Voor de kweek is een passend kweekkoppel van belang. Deze kan ontstaan uit een groep van zes jonge dieren met evenveel vrouwen als mannen. Productieve dieren; meerdere honderden eieren worden in een hol tegen het plafond of onder een overhangend voorwerp bevestigd. Deze komen na ongeveer drie tot zes dagen uit, waarna de jongen nog tot 12 dagen op hun dooierzak teren alvorens vrij te zwemmen. Dan kunnen ze met het fijnste ➛jongbroedvoer worden gevoerd. Zorg voor voldoende voeding om onderling kannibalisme te voorkomen. De jongen eten veel.

lepidota

Heckel 1840

Inheems in de rio Paraná en Paraguay, in Brazilië, Uruguay, Paraguay en Argentinië, in vrijwel stilstaand water.

Saxatilia lepidota
Saxatilia lepidota. © ➛J. de Lange

Vorm als vermeld bij het geslacht. Kleur variabel, van bruinig tot groenig geel, naar de buik grijzig wit. Soms geheel met een gele tint. Van de bovenlip tot in de staart een vrij brede, zwarte lengtestreep. Deze is op de kieuwdeksel het duidelijkst, en kan voor de rest vrijwel verdwijnen. Hoog achter de kieuwdeksel vaak een zwarte vlek, bezaaid met witte vlekjes. Vinnen in de lichaamskleur, aarsvin en onderst staartvinhelft blauwig, soms ook de rugvin. In de rugvin vaak een rij scherp afgetekende zwarte vlekken, wit omrand. Tevens met een zwarte en witte rand, evenals de bovenste staartvinhelft. Oog rood. Tijdens de balts kleurt de vrouw intenser, haar dan rondere buik roze. Mannen met spitsere punten aan rug- en aarsvin.

Lengte ♀ tot 16 cm, ♂ tot 20 cm.

Verzorging, gedrag en kweek als vermeld bij het geslacht.

Geschikt voor aquaria vanaf 300 liter.

Temperatuur: 23 tot 28° C

pH: 6-8   dH: 0-12   fH: 0-21   ppm: 0-200

Kopen: ok.

Saxifragáles

= afgeleid van Saxifraga.

Zeer gevarieerde orde van tweezaadlobbige planten uit de klasse van de ➛Spermatopsida. De orde kent bomen, struiken, vetplanten, kruidachtige planten en waterplanten. Deze verscheidenheid maakt het moeilijk gemeenschappelijke kenmerken aan te geven. De orde heeft een wereldwijde verspreiding, maar komt in de tropen maar weinig voor. De families ➛Crassulaceae en ➛Haloragaceae bevatten soorten die goed gedijen in aquaria.