AmblystegiaceaeAmblystegium serpens

Amblystegiáceae

= afgeleid van Amblystegium.

Pluisdraadmosfamilie

Familie van ➛mossen uit de orde van de slaapmossen of ➛Hypnales, met een wereldwijde verspreiding in zowel tropisch, subtropisch, gematigd en poolgebied. Voornamelijk op vochtige plaatsen, onder of boven water groeiend. Enkele geschikte, vaak moeilijk te onderscheiden soorten zijn te vinden in de geslachten ➛Amblystegium, ➛Cratoneuron en ➛Drepanocladus. Voor correcte determinatie is doorgaans een loep of microscoop nodig.

Amblystégium

= met een stomp deksel.

Uitgebreid geslacht van mossen met meer dan 80 soorten uit de familie van de ➛Amblystegiaceae.

Bladmossen waarvan enkele soorten prima in permanent submerse cultuur gedijen. Ook in de natuur leven meerdere soorten geregeld onder water, waarvan de opgaande stengels, opgroeiend vanuit vastgehechte mosmatten, ragdun kunnen worden en sierlijk frisgroen. Boven water groeien de mossen meer horizontaal. Over het algemeen verdragen de planten redelijk veel licht.

ripárium

Schimper 1853

Beekpluisdraadmos

Amblystegium riparium
Beekpluisdraadmos
Verspreiding wereldwijd, zowel ondergedoken als op vochtige grond. In België en Nederland algemeen.

Groeiwijze als bij het geslacht vermeld. Lijkt sterk op A. serpens, maar met grotere blaadjes, uitlopend in een spitse punt. Dikkere sporenkapsels met knik.

Hoogte tot 10 cm, breedte tot 2 mm.

Makkelijk te houden soort, die goed gedijt op vloeibare plantenvoeding en veel licht verdraagt.

Geschikt voor aquaria vanaf 10 liter.

Temperatuur: 10 tot 26° C

pH: 6-8   dH: 0-30   fH: 0-53   ppm: 0-500

Ook bekend als Leptodictyum riparium.

sérpens

Schimper 1853

Gewoon pluisdraadmos

Deze soort heeft een ➛kosmopolitische verspreiding, maar ontbreekt in Afrika, en groeit overal waar het redelijk vochtig blijft. In België en Nederland zeer algemeen. Van nature komt het vrijwel niet ➛submers voor.

Amblystegium serpens
Gewoon pluisdraadmos
Opgaande, vertakkende stengels met een breekbaar uiterlijk. Frisgroen. Sporenkapsels nauwelijks dikker dan de steel, eerst met knik, later rechtop.

Hoogte tot 10 cm, breedte tot 2 mm.

Ondanks dat het hier een landmossoort betreft, is het goed permanent onder water te houden, en groeit ook ´s winters door. Weinig eisend, niet te fel licht. Voedingsrijk water is wenselijk.

Voor vermeerdering kunnen zijtakjes weer tot volle bossen uitgroeien.

Geschikt voor aquaria vanaf 10 liter.

Temperatuur: 10 tot 26° C

pH: 6-8   dH: 0-30   fH: 0-53   ppm: 0-500