anomala
anomalus
anomalaanomalus
Monotypisch geslacht van cichliden uit de familie van de ➛Cichlidae. Na in meerdere geslachten (o.a. ➛Haplochromis, ➛Hemichromis en ➛Pelmatochromis) te hebben doorgebracht, is voor de Afrikaanse thomasi een eigen opgezet. Dit vanwege het afwijkend liggende ➛zijlijnkanaal, ziedaar de geslachtsnaam.
Inheems in Guinee, Sierra Leone en Liberia, in ➛zwartwater met overhangende begroeiing.
Lichaam enigszins hoekig langgerekt ovaal. Kleur grijs tot bruingeel, met vijf brede donkere dwarsbanden, nog afgezien van de band over het oog. Over de flanken, in de lengte, rijen van meer of minder duidelijke lichtblauw iriserende vlekjes per schub. Deze komen soms ook bovenin de aarsvin en de staartvin voor. Rugvin lang en, net als de kortere aarsvin, tweedelig. Het voorste deel is van harde vinstralen, het achterste van zachte voorzien. Vinnen alle afgerond en transparant. De rugvin heeft een rode rand met daaronder een blauwe. Mannen wat groter en minder duidelijk zwart getekend, vrouwen met een rondere buik, vooral indien vol eieren.
Lengte ♀ tot 7 cm, ♂ tot 8 cm.
Vreedzame en weinig eisende dieren, die ook in het ➛gezelschapsaquarium passen. Als jong dier maken ze in de winkel echter - ten onrechte - weinig indruk. Eén van de weinige cichliden die ook voor starters in de hobby interessant zijn, al zijn er enkele zaken om op te letten. Houdt ze bij voorkeur als paar, en zorg voor voldoende schuilplaatsen. Om deze wat schuwe vissen in beeld te houden zijn al te robuuste en aanwezige medebewoners minder geschikt. Tijdens de paai wat territorialere vissen. Planten worden daarentegen met rust gelaten en bieden extra dekking. Ook met voeren weinig kieskeurig. Overwegend ➛dierlijk voer met wat ➛plantaardige afwisseling voldoet.
Kweken is eenvoudig, al verschilt dit per ➛kweekkoppel. Deze substraatleggers zetten graag af op een platte steen of grote plantenbladeren, tot zo'n 500 eieren. Deze komen na twee dagen uit, waarna de jongen naar ondertussen gegraven broedkuilen worden overgebracht. Na nog eens drie dagen zwemmen de jongen vrij, en kunnen dan, na nog eens 12 uur, met ➛microwormen of ➛Artemia, of jongbroedvoer van vergelijkbare grootte, worden gevoerd.
Geschikt voor aquaria vanaf 100 liter.
Temperatuur: 23 tot 27° C
pH: 5-8 dH: 0-18 fH: 0-32 ppm: 0-300
Kopen: ok.
