Hoge tolerantie tegen temperatuurschommelingen. Dat kan zowel planten als dieren betreffen. Voorbeelden zijn vele levendbarenden, waaronder de ➛gup.
= goede voeding.
Voedselrijk met betrekking tot grond of water. Doorgaans wordt een heel gebied eutroof genoemd.
In eutroof gebied zijn vooral weinig kritische organismen te vinden: snel groeiende onkruiden, die ook daar specifiek bij horende dieren aantrekken. Soorten die alleen gedijen bij gebrek aan concurrentie ontbreken.
Het geleidelijk voedselrijker worden door uitspoelen van meststoffen vanuit landbouwgrond wordt eutrofiëring genoemd. In het aquarium leidt een eutroof water gemakkelijk tot allerlei vormen van ➛waterbloei, meestal algenexplosies. Zolang er echter voldoende ➛sporenelementen en een rijke plantengroei aanwezig zijn, hoeft eutroof water geen probleem te zijn. Houdt ondanks dat de hoeveelheid ➛detritus beperkt, want met een overschot aan voedingsstoffen kunnen ook ➛algen ontstaan, ondanks goed gedijende planten.
Proces van geleidelijke verandering van ➛organismen door overerven van eigenschappen als gevolg van ➛natuurlijke selectie.
Dieren die beter aan hun leefsituatie zijn aangepast hebben een betere kans te overleven. Dat vergroot de kans dat ze via hun kinderen deze aanpassingen doorgeven.
De evolutietheorie berust op het idee dat de gehele huidige natuur voortkomt uit slechts enkele organismen. Zie ook ➛genetica.