De vissenhuid heeft als grootste ➛orgaan een beschermende functie voor de veel kwetsbaardere inwendige organen. Behalve dat dient de huid voor gasuitwisseling, uitscheiding, desinfectie, en het reguleren van de inwendige ➛osmotische druk. De huid bestaat uit meerdere lagen en heeft, van buiten naar binnen, de volgende opbouw:
De slijmlaag of cuticula. Deze bestaat uit specifieke eiwitten en vetzuren, en bevat dode huidcellen. Deze laag beschermt tegen uitdroging en heeft ➛desinfecterende eigenschappen. Ook geeft deze laag een eerste bescherming bij ➛verwondingen.
Irritatie door bijvoorbeeld zouten of ➛huidbeslag kan een sterkere slijmproductie tot gevolg hebben. Dit verklaart het blauwgrijs kleuren van de huid bij sommige ➛ziekten.
De buitenste laag, opperhuid of epidermis, bestaat uit de volgende cellen:
Slijmbekercellen. Eencellige, bekervormige klieren die mucus of slijm afscheiden en aldus de voornoemde cuticula onderhouden. Hierdoor wordt de huid zelfreinigend: schadelijk materiaal en micro-organismen worden voortdurend naar buiten gedrukt.
Alarmcellen. Grote cellen die bij beschadiging feromonen afgeven, om daarmee soortgenoten waarschuwen. Deze zijn vooral bij scholenvissen in grotere aantallen aanwezig.
Overige cellen, onder meer: ➛chromatoforen, eiwit producerende kliercellen, smaakzintuigen.
De laag daaronder, de lederhuid of dermis, bestaat uit twee lagen:
Een dunne, soepele laag van collageen, met daarin bloedvaten voor ➛thermoregulatie en voeding van de epidermis, zenuwuiteinden voor tastzin, chromatoforen en ➛schubben.
Daaronder een steviger collageenlaag met een dichte vezelstructuur die de huid stevigheid geeft.
De binnenste laag, onderhuid, hypodermis of subcutis genaamd, vormt één laag:
Een weke, sterk doorbloede en vetrijke laag. Deze is verbonden met onderliggende spieren.
Huidbeslag
Bij ➛infecties met huidparasieten zijn deze als huidaanhangsels of als een laag op ➛huid, ➛kieuwen of ➛vinnen zichtbaar. Ook kan de huid zelf op huidparasieten reageren met de aanmaak van een dikkere slijmlaag, die te zien is als een blauw- of blauwgrijze laag.
Hulpmiddelen
Een overzicht van de meest noodzakelijke hulpmiddelen voor ➛onderhoud aan het aquarium. Gebruik alleen middelen die nergens anders voor worden gebruikt. Resten van achtergebleven schoonmaakmiddelen of andere chemicaliën kunnen de dood van planten, maar vooral dieren tot gevolg hebben.
Zonder meer noodzakelijk zijn de volgende:
➛Slang: essentieel voor water overhevelen, iets wat veelvuldig zal gebeuren. Overscheppen is alleen een optie bij kleine hoeveelheden. Bij grote aquaria kan beter met een langere slang worden gewerkt die rechtstreeks in een toilet of gootsteen afvoert. Vullen kan dan rechtstreeks uit de kraan of, eventueel met een ➛opvoerpomp, uit een vat voorbereid water. Voor meer controle kan aan het andere einde een slangkraan worden aangebracht, eventueel ook een bocht of haak om de slang zonder weg te glippen over de rand te kunnen hangen.Bocht met kraan, handig voor grote aquaria.
Emmer: voor aquaria tot 300 liter is met een emmer water verversen prima te doen. Er zijn 15 liter varianten te koop; deze zijn gevuld nog redelijk te tillen.
➛Algensteker of -magneet: bij alles waar een aquarium om draait staat kijkplezier voorop, en dat begint bij schone ruiten.
➛Schepnet: misschien niet vaak nodig, maar voor het verwijderen van levende én dode vissen erg praktisch.
Niet noodzakelijk, maar wel nuttig:
➛Hevelklok: onmisbaar om de bodem gezond te houden.
Testen: voor het ➛meten van de waterkwaliteit zijn teststrips, druppelsets of elektronische meters noodzakelijk.
➛Plantpincet: beperkt verstoring en maakt het dichter bijeen poten van planten eenvoudig.
Plastic zakken: bewaar enkele zakken waarin gekochte dieren en planten zijn vervoerd. Deze zijn buiten de aquariumwereld lastig te krijgen en veel sterker dan wat er daarbuiten over het algemeen wordt aangeboden. Overigens gaan de zakken niet eeuwig mee: na vijf jaar is de souplesse er wel uit en scheuren dan gemakkelijk.
➛Vangklok: hiermee kunnen aquariumdieren veiliger worden uitgevangen, zonder deze boven water te hoeven halen.
Voerzeven: met enige moeite zijn sets van drie of vier ronde of vierkante bakjes met een zeefbodem te krijgen in verschillende maaswijdtes, ook wel Artemia-zeefjes genaamd. Praktisch bij het uitsorteren en toedienen van levend voer.