Vissen die voedsel vergaren door de bodem uit te filteren op eetbare resten. Vaak op één hoop geveegd met ➛detrivoren, wat het echter niet zijn, het betreft hier echte gravers. Veelal in zee levende dieren, maar ook in zoet water komt een groep cichliden voor in Midden-Amerika, onder meer in de geslachten ➛Amphilophus, ➛Astatheros, ➛Cribroheros en ➛Thorichthys.
Van de bodem wordt een hap grond genomen, in de bek losgemaakt, waarna alle oneetbaars via de kieuwen wordt afgevoerd, waarbij het overblijfsel achter de kieuwzeef blijft hangen en gegeten. Deze vissen zijn lastiger met planten te combineren, tenzij deze in potjes worden geplaatst, liefst verankerd tussen stenen, of door enkel hechtplanten te gebruiken. Spijtig is dat die laatste uit precies die werelddelen komen waar deze vissen ontbreken.
Darminfecties zijn een veel voorkomend verschijnsel bij dit type vis, vermoed wordt dat te veel voedsel via het wateroppervlak moet worden gegeten. Zorg daarom dat voedsel snel naar de bodem zakt, bijvoorbeeld door droogvoer even in water uit te knijpen, in dit geval de lucht verwijderen. Droogvoer zinkt dan direct. Voedertabletten en speciaal bodemvissenvoer zijn een andere optie. Diepvriesvoer moet eerst volledig ontdooit zijn voor dit zinkt.
Klein geslacht van ➛waterplanten met 6 soorten uit de familie van de ➛Potamogetonaceae.
Echte waterplanten met een ➛kosmopolitische verspreiding. De planten hebben draaddunne bladeren en de bloemen worden bestoven door middel van water. De planten zijn voor aquariumgebruik nauwelijks geschikt.

Zittende zannichellia
Inheems in de gematigde streken van het noordelijk halfrond, in voedselrijk water met of zonder stroming, zoet of enigszins brak.
De plant kent drie ondersoorten, Z. palustris major (brede zannichellia), palustris (zittende zannichellia) en pedicellata (gesteelde zannichellia), welke nauwelijks uit elkaar zijn te houden. Alleen de ondersoort palustris is algemeen in Nederland, in België is dat eerder de lokaal vrij algemene pedicellata. Beide hebben roodachtige stengels met transparante groene blaadjes. Het onderscheid is gering: de vruchtjes staan bij de gesteelde zannichellia op een iets langer steeltje.
Hoogte tot 50 cm, breedte tot 8 cm.
Moeilijke soort, die het in de vijver of een ➛koudwateraquarium beter doet. Vermoedelijk wordt de permanent hogere temperatuur niet verdragen. Makkelijker te houden alternatieven zijn te vinden in het geslacht ➛Eleocharis.
De plant vermeerdert zich door uitlopers. Ook afgebroken stukjes groeien gemakkelijk weer tot hele planten uit.