Als gevolg van taxonomische wijzigingen zijn de steenkruipers over twee families verdeeld:
Geslacht van slakken met ruim 30 soorten uit de familie van de ➛Thiaridae.
In zoet en ➛brak water levende kieuwslakken met een spits en smal huis als een ijshoorn. De verspreiding beslaat de kuststreken van Afrika, (sub)tropisch Azië en Australië. Huis met meerdere regelmatige, meestal subtiele kielen (opstaande rand in de draairichting), soms door ribben (opstaande dwarse rand) doorkruist, wat een regelmatige knobbelstructuur oplevert. De slakken zijn van gescheiden geslacht.
Eenvoudig te houden slakken die weinig eisen stellen. Deze leven van ➛algen, ➛biofilm en ➛detritus. Planten worden met rust gelaten, maar kunnen ontworteld raken door hun graafwerk.
Kweken is moeilijk, de dieren leven vooral in ➛mangrovegebied en houden er een ➛amfidrome levenswijze op na. Jongen beginnen hun larvestadium als vrij zwemmend plankton en spoelen naar zee. Daar ondergaan ze de metamorfose naar volwassen dier en keren terug naar zoet water.
Te vinden langs de Zuidoost-Aziatische kust tot Taiwan en de Salomonseilanden ten oosten van Nieuw-Guinea, maar ontbreekt in China. Altijd in kustrivieren en ➛mangrove.
De aangegeven lengte wordt slechts zelden gehaald en blijft in de regel steken op de helft. Zeer spitse en slanke slak, waarvan het huis van een volwassen dier 12 of meer windingen kan hebben. Deze zijn knobbelig door de bij het geslacht genoemde combinatie van kielen en ribben. De kleur varieert van olijfgroen tot donkerbruin, waarbij de laatste windingen bij jonge dieren in de regel lichter is gekleurd.
Lengte tot 10 cm.
Verzorging, gedrag en kweek als bij het geslacht omschreven. Grote en actieve slakken die wat meer ruimte verlangen, kleine aquaria kunnen niet in de voedselbehoefte voorzien zonder bij te voeren. Zuurstofrijk water is van belang.
Geschikt voor aquaria vanaf 60 liter.
Temperatuur: 20 tot 30° C
pH: 7-8 dH: 0-12 fH: 0-21 ppm: 0-200